|
Image
Afbeelding
Andrea Posthuma
Role
Advisor MEDIA - Creative Europe
Email
a.posthuma [at] creativeeuropedesk.nl

|
Image
Afbeelding
Emma O'hare
Role
Advisor MEDIA - Creative Europe
Email
e.ohare [at] dutchculture.nl

|
Image
Afbeelding
Jordi Wijnalda
Role
Communications Advisor Creative Europe Desk
Email
j.wijnalda [at] creativeeuropedesk.nl

TV & Online Content 2025

Image
Afbeelding
TV and Online content 2025
Caption
Call TV and Online content
Authors
European Commission

TV & Online Content 2025

Subsidieregeling voor de productie van tv-projecten en online content
Deadline(s):
Date(s)
donderdag 5 december 2024 17:00
woensdag 14 mei 2025 17:00
Budget:
€ 20.000.000
Doelgroep:
MEDIA

Oproepnummer: CREA-MEDIA-2025-TVONLINE
Totaalbudget: € 20.000.000
Open voor inschrijving: 1 oktober 2024
Deadlines: 5 december 2024 & 14 mei 2025, 17:00
De volledige Engelstalige subsidieoproep staat op de EU Funding & Tenders Portal.
Bekijk hier het ⍈ Call-document.

Deze regeling steunt de productie van innovatieve en kwalitatief hoogstaande tv-projecten en seriematige storytelling zowel voor televisie als online. Deze producties zijn gericht op een divers publiek en gemaakt door Europese onafhankelijke productiebedrijven.

Het doel is het vergroten van de capaciteit van audiovisuele producenten. Dit door sterke projecten te ontwikkelen en te produceren die een aanzienlijke potentie hebben om in heel Europa en daarbuiten te circuleren. Ook het vergemakkelijken van Europese en internationale coproducties binnen de televisie- en online-sector behoort tot de doelstellingen.  

Deze subsidieregeling is erop gericht de onafhankelijkheid van producenten ten opzichte van omroepen en digitale platforms te versterken. Daarnaast is deze regeling ook gericht op het verbeteren van de samenwerking tussen deelnemers in de markt, denk aan onafhankelijke producenten, omroepen, digitale platforms en sales agents.

De deelnemers komen uit verschillende landen die deelnemen aan het subprogramma MEDIA, met als doel kwalitatief hoogwaardige programma's te produceren die gericht zijn op een brede internationale distributie en bij een breed publiek worden gepromoot, met inbegrip van commerciële exploitatie in de multi-platform omgeving.

Bijzondere aandacht wordt besteed aan projecten die qua inhoud en financiering innoverende aspecten vertonen en een duidelijk verband tonen met de beoogde distributiestrategieën.  

N.B. onderstaande is een Nederlandse samenvatting van de call, er kunnen geen rechten aan worden ontleend. Raadpleeg het call document voor een volledige omschrijving.

Wat is er nieuw?

In vergelijking met de regeling in 2024 is er één aanpassing:

  • Onder de voorwaarden staat vanaf 2025 opgenomen dat de zenders of andere niet in aanmerking komende partijen in geen geval meerderheidsproducent mogen zijn met betrekking tot de rechten tot het werk.
Wat zijn de verwachte resultaten?
  • Het verhogen van de kwalitatieve Europese (co)producties voor lineaire en niet-lineaire omroepen, die ook bedoeld zijn voor digitale platforms;
  • Het creëren van meer samenwerking tussen exploitanten uit verschillende landen die aan het subprogramma MEDIA deelnemen, inclusief omroepen;
  • Het vergroten van het publiek voor Europese werken via lineaire en niet-lineaire uitzendingen, inclusief digitale platforms.
Wie kunnen er aanvragen?
  • De aanvragers zijn onafhankelijke Europese audiovisuele productiebedrijven.
    Een productiehuis wordt als Europees beschouwd als het is gevestigd in één van de landen die deelnemen aan het MEDIA-subprogramma en als de meerderheid van de aandelen in handen is van personen of entiteiten uit één van de MEDIA-landen;
  • Individuele aanvragen zijn toegestaan evenals voorstellen die worden ingediend door een consortium van ten minste twee aanvragers (begunstigden; geen gelieerde entiteiten).
Welke activiteiten komen in aanmerking?

De subsidieregeling voor TV en online content steunt werken (dramafilm, animatie en documentaire) die bestemd zijn voor lineaire en niet-lineaire uitzendingen, waarbij het gaat om:

  • Sterke samenwerkingen tussen exploitanten uit verschillende landen die deelnemen aan het subprogramma MEDIA, inclusief omroepen.
  • Hoge toegevoegde creatieve/artistieke waarde en een breed grensoverschrijdend potentieel voor exploitatie, zodat een publiek op Europees en internationaal niveau bereikt wordt.  
  • Innovatieve aspecten in termen van inhoud en financiering, die een duidelijk verband laten zien met de beoogde distributiestrategieën.  

Alleen productieactiviteiten die bedoeld zijn voor televisie of online exploitatie komen in aanmerking. De volgende soort werken vallen hieronder:
Fictie (one-off of serie) met een totale duur van minimaal 90 minuten.
Animatie  (one-off of serie) met een totale duur van tenminste 24 minuten.  
Creatieve documentaire (one-off of serie) met een totale duur van tenminste 50 minuten.  

Speciale aandacht is er voor aanvragen die geschikte strategieën presenteren die zorgen voor een duurzamere en milieuvriendelijke industrie (in het specifieke door het gebruik van consultants om zo de impact op het milieu te verkleinen tijdens de verschillende productie fases) en die gendergelijkheid, inclusie en diversiteit waarborgen.

De volgende projecten komen niet in aanmerking:

  • Live-opnamen, tv-spelletjes, praatprogramma's, kookprogramma's, tijdschriften, tv-shows, reality-shows, educatieve programma's, lesprogramma's en "how to"-programma's;
  • Documentaires ter bevordering van het toerisme, "making-of", reportages, dierenreportages, nieuwsprogramma's en "docu-soaps";
  • Projecten met pornografisch of racistisch materiaal of waarin wordt gepleit voor geweld;
  • Werken met een promotioneel karakter;
  • Institutionele producties om een specifieke organisatie of haar activiteiten te promoten;
  • Muziekvideo's en videoclips;
  • Reeds door Eurimages gefinancierde projecten;
  • Producties die oorspronkelijk bedoeld waren als cinematografische werken (bijvoorbeeld waar meerdere theaterdistributeurs en/of een internationale sales agent betrokken zijn).
 
Aan welke vereisten moet mijn project voldoen?
  • De aanvragers zijn onafhankelijke Europese audiovisuele productiebedrijven.
       
  • De eerste dag van de hoofdopnamen (of de start van de animatie voor animatieprojecten) vindt plaats na inzending van de aanvraag;
     
  • Het werk moet worden geproduceerd met aanzienlijke deelname van professionals die wonen in landen die deelnemen aan het subprogramma MEDIA. (zie puntentabel in het call document);
     
  • Aan het werk moeten tenminste twee omroeporganisaties* uit twee MEDIA-landen verbonden zijn. De betrokkenheid van de omroepen moet worden ondersteund door contracten of ondertekende bindende toezeggingsbrieven (LOC's), waarin de voorwaarden van hun financiële betrokkenheid, incl. de licentieprijs en de licentieperiode, worden gespecificeerd. Brieven waarin wordt toegezegd het werk eventueel te kopen zodra het is geproduceerd, worden niet beschouwd als bindende toezeggingsbrieven;
     
  • De exploitatierechten die zijn verleend aan de omroeporganisaties die deelnemen aan de productie, moeten na een maximale licentieperiode worden teruggegeven aan de producent. Deze periode bedraagt:
    7 jaar als de omroep participeert via een pre-sale;
    10 jaar als de omroep deelneemt in de vorm van een co-productie**.
     
  • De omroeporganisaties of andere of andere betrokken entiteiten die niet in aanmerking komen, kunnen in geen geval de meerderheidsproducent van het werk zijn wat betreft de rechten;
     
  • Minimaal 40% van de financiering van het totale beoogde productiebudget moet worden gegarandeerd door financiering afkomstig van derden. Bijdragen van omroepen, distributeurs, fondsen en investeerders in aandelenkapitaal worden beschouwd als financieringsbronnen van derden. Tax shelter kan alleen als financieringsbron van derden worden aanvaard, als dit wordt bevestigd door bewijsstukken van de bevoegde instanties.

    De eigen investering van de producent en de coproducent en de aangevraagde MEDIA-subsidie worden niet beschouwd als een financieringsbron van derden en tellen niet mee bij de berekening van het minimumpercentage van 40% van de financiering.

    Financieringsbronnen van derden moeten worden aangetoond met recent ondertekende bindende brieven, waarin de titel van de actie, het exacte bedrag van de financiële bijdrage, de aard van de verkochte rechten en de licentieperiode worden vermeld;
     
  • Tenminste 50% van de financiering moet afkomstig zijn uit landen die deelnemen aan het MEDIA-subprogramma;
     
  • Als de actie door meerdere productiemaatschappijen wordt gecoproduceerd, moet een co-productiecontract (of deal-memo) worden ingediend bij de aanvraag.

 

* Een 'omroepbedrijf' wordt beschouwd als een omroeporganisatie (aanbieder van lineaire audiovisuele mediadiensten) of on-demand audiovisuele mediadienst (aanbieder van niet-lineaire audiovisuele mediadiensten), zoals gedefinieerd in artikel 1, lid 1, van de richtlijn audiovisuele mediadiensten (DIR 2010/13/EU en DIR 2018/1808/EU tot wijziging van DIR 2010/13/EU).

** Als de co-productieovereenkomst niet specifiek vermeldt welke rechten aan de omroep zijn verleend, kan dit alleen als zodanig worden beschouwd als de omroep een financiële investering doet die hoger is dan de gemiddelde investering van de andere partners. Bovendien moet de omroep inhoudelijk en financieel betrokken zijn bij de productie;

Wat zijn de toekenningscriteria?


Ingediende projecten worden beoordeeld door externe experts en geselecteerd op basis van de volgende criteria, waarbij in totaal 100 punten kunnen worden toegekend. De kwaliteitsdrempel is 70 van de 100 punten.

1. Relevantie (30 punten)

1a) De Europese dimensie van de financiering van het project (15 punten):  
- Niveau van samenwerking tussen actoren uit verschillende landen.  
- Percentage niet-nationale financiering.
- Strategieën van de producent en geleverde inspanningen om de bevestigde financiering te behalen.  
- Originaliteit en innovatie van de financieringsstructuur.
- Geografische en taalkundige diversiteit van de betrokken partners, ook rekening houdend met de marktomvang.

1b) Europese coproductie (5 punten):  
- Bestaan van een Europese coproductie tussen twee productiebedrijven uit verschillende landen.
- Mate van samenwerking inzake creatieve aspecten.  
- Samenwerking tussen landen van verschillende marktomvang, met inbegrip van een partner uit LCC Groep A of Groep B, en verdeling van de MEDIA-subsidie onder coproducenten.  

1c) De adequaatheid van de strategieën die gepresenteerd worden voor het stimuleren van een duurzamere en milieubewuste industrie (5 punten).  

1d) De adequaatheid van de strategieën die gepresenteerd worden voor het bevorderen van diversiteit, inclusie, de mate van representatie en gendergelijkheid in ofwel de inhoud van het project ofwel het managen van de activiteit (5 punten).

2. Kwaliteit van de inhoud en activiteiten (35 punten)

2a) De artistieke kwaliteit van het project (15 punten):  
- Innovatie, relevantie, originaliteit en algemene kwaliteit van het onderwerp/format/behandeling.
- Kwaliteit van de pitch/trailer.
- Voor het tweede en de daaropvolgende seizoenen van series: kwaliteit van de nieuwe ontwikkelingen in de verhalen en personages.

2b) De algemene kwaliteit en financiering van het project (5 punten):  
- De haalbaarheid van het project.
- De adequaatheid van het budget op basis van het type project.
- Coherentie tussen het budget en de financiering.

2c) Het potentieel om een publiek op Europees en internationaal niveau te bereiken (15 punten):  
- De transnationale aantrekkingskracht van het concept/onderwerp van het werk.  
- Bevestigd publiek bereik via de betrokken omroepen.
- Het potentieel voor het bereiken van een jong en digital native publiek.

3. Verspreiding van de projectresultaten, effect en duurzaamheid (30 punten)

3a) De kwaliteit van de betrokkenheid van de distributeur (10 punten):  
- De ervaring en trackrecord van de distributeur die bij soortgelijke projecten betrokken is.  
- Financiële betrokkenheid en het risico dat de distributeur neemt (dat wil zeggen bedrag van MG).
- Indien van toepassing en indien de productiemaatschappij als distributeur optreedt: ervaring en trackrecord van de producent als distributeur.

3b) De kwaliteit van de distributiestrategie (15 punten):  
- De coherentie en relevantie van de distributiestrategie.
- De adequaatheid van de strategie in relatie tot de aard van het werk.
- De coherentie van de schattingen van de verkoop.
- Het aantal omroepen dat geïnteresseerd is in de aankoop van het werk.  

3c) De kwaliteit van de promotie- en marketingstrategie (5 punten):  
- De coherentie en relevantie van de promotie- en marketingstrategieën die zijn ontwikkeld om het project bij het publiek te promoten.
- Business-to-consumer (B2C) marketingstrategieën en innovatieve promotiestrategieën om het publiek te bereiken, inclusief strategieën voor promotie via internet en sociale media.
- De adequaatheid van het promotiebudget.

4. Kwaliteit van het projectteam (5 punten)
De verdeling van de rollen en verantwoordelijkheden van het productie- en creatief team. Dit is inclusief de adequaatheid van de samenwerking in verhouding tot de doelstellingen van het project. Voor animatieprojecten wordt de locatie van het animatiewerk beoordeeld om zo het gebruik van Europese studio's aan te moedigen.  

Hoeveel geld kan ik aanvragen?

In totaal is er een budget beschikbaar van 20.000.000 euro waarvan 40% voor de deadline in december 2024 en 60% voor de deadline in mei 2025. De financiële bijdrage voor de cofinanciering van een tv of online content productie is maximaal 20% van de totale kosten.

- Voor creatieve documentaires is de financiële bijdrage maximaal 300.000 euro.  
- Voor animatiefilms is de financiële bijdrage maximaal 500.000 euro.  
- Voor dramaproducties is de financiële bijdrage maximaal:

  • 500.000 euro als het subsidiabele productiebudget minder dan 10 miljoen euro bedraagt.  
  • 1.000.000 euro als het subsidiabele productiebudget tussen 10 miljoen en 20 miljoen euro ligt
  • 2.000.000 euro als het subsidiabele productiebudget meer dan 20 miljoen euro bedraagt.  

NB: De startdatum en duur van het project worden vastgesteld in de Grant Agreement. Normaal gesproken start een project na het tekenen van het contract. Een retroactieve aanvraag kan gehonoreerd worden in uitzonderlijke situatie, maar nooit eerder dan de datum waarop de aanvraag is ingediend.

Subsidies worden niet met terugwerkende kracht uitgekeerd aan projecten die al zijn afgerond.

Wat is de tijdlijn?

Deadline van indiening

  deadline 1: 5 december 2024
  deadline 2: 14 mei 2025

 17:00, Brusselse tijd

Evaluatieperiode

 deadline 1: december 2024 - maart 2025
 deadline 2: mei 2024 - oktober 2024

Aanvragers geïnformeerd over uitslag

 deadline 1: mei 2025
 deadline 2: oktober 2025

Tekenen van contract

 deadline 1: augustus 2025
 deadline 2: februari 2026

Startdatum actiena ondertekening van het contract
Duur van de activiteit36 maanden
Hoe kan ik een aanvraag doen?


Klik hier voor de gehele call voor TV & Online Content op de Funding & Tending-portal van de Europese Commissie. Klik hier voor tips over het doen van een aanvraag bij Creative Europe.

Online infosessie

Het Europees Uitvoerend Agentschap in Brussel (EACEA) organiseert online infosessies om de nieuwe financieringsmogelijkheden en het aanvraagproces uit te leggen.

De eerste voor TV & Online Content 2025 vindt plaats op vrijdag 11 oktober 2025 van 10:00-12:30.
Je kunt de sessie bijwonen via deze link!


Wil je een aanvraag indienen of meer informatie over deze oproep, neem dan contact op met de Creative Europe Desk NL/MEDIA via 020-61 64 225 of MEDIA@creativeeuropedesk.nl