Streamingdiensten moeten per 1 januari 2024 meer investeren in Nederlandse producties
Na veel voorbereiding is de investeringsverplichting nu werkelijkheid geworden, dit is het gevolg van onderhandelingen tussen de coalitiepartijen, die aanvankelijk verdeeld waren over de voorstellen die waren ingediend door staatssecretaris Gunay Uslu (Media). Vanaf 1 januari 2024 zijn grote streamingdiensten die in Nederland actief zijn, verplicht om 5% van hun jaaromzet te investeren in Nederlandse audiovisuele producties, zoals series, films en documentaires.
Dankzij de investeringsverplichting komt er structureel meer geld beschikbaar voor het maken van Nederlandse AV-producties en neemt het aanbod van Nederlandse verhalen toe op streamingdiensten.
Andere Europese landen, zoals België, Frankrijk en Duitsland, hebben reeds maatregelen ingevoerd om private aanbieders te verplichten bij te dragen aan nationale audiovisuele producties.
De nieuwe wet is van toepassing op streamingdiensten met een jaarlijkse omzet van meer dan € 10 miljoen in Nederland. Dit omvat platforms zoals Netflix, Disney+, en Amazon Prime. Deze regeling wordt naar verwachting resulteren in meer dan € 40 miljoen aan investeringen.
Streamingdiensten hebben de vrijheid om te investeren in verschillende soorten producties, met uitzondering van sport. Ten minste de helft van deze investeringen moet gericht zijn op Nederlandse films, series en documentaires. Dit is bedoeld om het culturele aanbod te versterken en in staat te stellen te concurreren met het uitgebreide internationale aanbod, zoals benadrukt door de Raad van Cultuur.
Een minimum van 60% van de producties moet worden gemaakt door onafhankelijke producenten. Dit gaat zorgen voor meer diversiteit in het aanbod en versterking van verschillende professionals in de audiovisuele sector, waaronder scenarioschrijvers, regisseurs, cameramensen en production designers.
Jaarlijks komt er een overzicht van de soorten producties waarin is geïnvesteerd. Een onafhankelijk onderzoeksbureau gaat de investeringsverplichting evalueren binnen drie jaar na de ingangsdatum. Hierbij is er speciale aandacht voor de impact op de beoogde categorieën producties, namelijk films, series en documentaires, waar het wetsvoorstel oorspronkelijk op gericht was.