“Mijn technische droom is dat ik zelf bepaal door welke bril ik data bekijk”
Door Sara Luijters
Constant Dullaart belt vanuit Berlijn, al jaren zijn tweede woonplaats, naast Amsterdam, een stad waar hij de nodige kritiek op heeft: ‘Er is nauwelijks nog ruimte is om je te onderscheiden. In de kunstwereld is überhaupt weinig ruimte voor vernieuwing, maar in de Amsterdamse kunstwereld al helemaal niet.’
Nepprofielen
Het werk van Dullaart is vernieuwend en het is vooral te bewonderen in musea en galeries in het buitenland, de VS voorop. Veelbesproken is onder meer zijn performance uit 2014, ‘High Retention Slow Delivery. 100.000 Followers For Everyone.’, waarbij hij nepprofielen kocht, inclusief foto’s van bruiloften en vakanties en een reeks populaire hashtags, en deze vervolgens cadeau deed aan 30 kunstenaars op Instagram, tot ze allemaal exact 100k volgers hadden en ze op Insta in een klap heel succesvol en populair werden.
Hessische soldaten
Een andere bekend werk van Dullaart is het leger van Hessische soldaten (Duitsers die vochten voor de Britten tijdens de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog in de 18e eeuw) voor wie hij stuk voor stuk een eigen Facebook-profiel creëerde, met daarop citaten uit een essay over de Hessische identiteit, het logo van Hessen en zogenaamde ‘throwback’ plaatjes uit de jeugd van de soldaten. Dullaart gebruikte daarbij precies dezelfde tactiek als de makers van fake-accounts.
Provocateur
Zijn werk beweegt zich op het snijvlak van wat echt is en wat nep. Dullaart: ‘Ik pretendeer niet de oplossing te hebben voor complexe issues over data. Ik ben geïnteresseerd in de wrijving tussen het fysieke en het digitale. Als kunstenaar zie ik mijzelf vooral als provocateur; ik laat zien welke rol data spelen in ons leven. Ik probeer mij kritisch te verhouden in dit mijnenveld waarin we commerciële Amerikaanse bedrijven, zoals Facebook en Google steeds meer voor ons laten bepalen.
Kritisch blijven
Ook de kunstwereld heeft er mee te maken. Het aantal likes dat je op social media krijgt wordt steeds bepalender voor je populariteit, terwijl daarmee enorm kan worden gefraudeerd, onder meer door het aanschaffen van nep likes. Het aantal likes, ook als ze oprecht zijn, zegt soms ook niets over het werk van een kunstenaar. Toen mijn hond vorige week overleed plaatste ik daarover een bericht op Instagram waarop heel veel aardige reacties en likes kwamen. Dat maakt mijn kunst niet automatisch meer valide.
Technische droom
Culturele fondsen en instituten moeten daarom heel kritisch naar data blijven kijken. Wie heeft er toegang tot de data en hoe veilig is het? In hoeverre zijn bepaalde biases, voorkeuren voor zaken als geslacht, leeftijd, te vermijden? Is dataverkeer zonder voorkeuren überhaupt wel mogelijk? Mijn technische droom is dat ik zelf kan bepalen door welke bril ik data bekijk: vanuit een 95 jaar oude vrouw, of vanuit een 10 jarige vluchteling. Net zoals je meerdere kranten met verschillende opinies kunt lezen over hetzelfde nieuwsfeit, zou je ook moeten kunnen wisselen in hoe je data beschouwd.’
Transparant
Dullaart zal bij de lancering van de database van DutchCulture over het onderwerp spreken. ‘Ik moedig het aan dat de archieven nu transparant en openbaar toegankelijk zijn gemaakt. Van die data kun je in principe veel leren, bijvoorbeeld wat de effecten zijn van het beleid van de fondsen, onder meer op het gebied van diversiteit.
Integriteit
De keerzijde is dat, wanneer je als kunstenaar of culturele organisatie niét in de database bent opgenomen, partijen kunnen gaan denken dat je helemaal niet bestaat of er niet toe doet. Over de integriteit van het verkrijgen van data zal daarom altijd een discussie moeten blijven bestaan: hoe kun je de integriteit behouden en blijft het gesprek erover dynamisch? Hoe laat je de data zien en hoe ver ga je daarin? Wordt er bijvoorbeeld gekeken naar afkomst en huidskleur van kunstenaars, of ze wel of geen kinderen hebben? Dat klinkt verschrikkelijk, maar met die data kun je wel dingen aantonen, of het beleid veel gerichter maken.
Echoput
DutchCulture moet er vooral voor waken dat de database geen echoput wordt van het eigen netwerk. Idealiter zouden alle data van kunstenaars en organisaties door de fondsen geautomatiseerd moeten worden aangeleverd, om daarna nog een keer op evangelische wijze gecheckt te worden door mensen. Op die manier kan de database dienen als een volledig naslagwerk voor partners in binnen -en buitenland.’
Tot en met 24 februari 2019 is werk van Constant Dullaart, opgebouwd uit simkaarten gebruikt in de nepvolgers industrie, te zien tijdens de expositie ‘All I Know Is What’s On The Internet’ in The Photographers’ Gallery, Londen.
De nieuwe website en database van DutchCulture wordt dinsdag 18 december aanstaande feestelijk gelanceerd. Wie daarbij aanwezig wil zijn (en Constant Dullaart live wil horen spreken) kan zich hier aanmelden. U bent van harte welkom, het kost niets.